Artikelen © Diana Vernooij 2013
terug naar Artikelen

“Ik kan mijn hand niet uitsteken als ik er een mes in geklemd houd”

prof. Esther Mombo over verzoening en vrede


door Diana Vernooij, gepubliceerd in Vredesspiraal december 2013.

“Het verzoeningsproces is geen magnetron, waar een snelle oplossing wordt voorgekookt” zegt Esther Mombo op een training voor vredesvrouwen . Ze is hoogleraar theologie in Kenia en gevraagd om de dragende kracht van religie tevoorschijn te halen voor vrouwelijk leiderschap in vredesprocessen. Ze spreekt zachte, indringende woorden over vredesprocessen, over de patriarchale kanten van het Christendom en over de dragende en bevrijdende kant ervan voor vrouwen. Niet de theorie doet haar ogen twinkelen maar de betrokkenheid op de dagelijkse praktijk van het recht doen aan mensen. Ze heeft een doorleefde visie op de kracht van vrouwen en geloof in de bevrijdende kracht van God en de bijbel. “Het is niet vanzelfsprekend is dat vrouwen de leiding nemen in vredesprocessen. Kijk maar naar de vredesonderhandelingen in conflictsituaties, de rondetafelconferenties, daar nemen vrouwen zelden aan deel. Wat je ziet is een groepje mannen dat zit te kissebissen over de plek aan tafel, waar ieder moet zitten. Het beste wat ze bereiken is een compromis, maar de pijn blijft bestaan en uiteindelijk gaat het moorden ook weer door omdat er niets wezenlijk is opgelost.” Maar, weet ze, vrouwen werken wel degelijk aan vrede, en ze zijn ook initiatiefnemers voor vrede en verzoening. Vrouwen neigen eerder naar het herstellen van relaties, ze praten en luisteren. De vrouwen die op de training aanwezig zijn kunnen dat beamen. Zij zijn betrokken bij vredesprocessen in conflicthaarden, zoals in Congo, Burundi, Rwanda, Sudan, de Molukken en ze streven allemaal naar vrede. Ze willen daar nog krachtiger in worden, en de mannen erin meenemen. Esther Mombo heeft ideeën hoe.

helen van herinneringen
“Vrede en verzoening zijn geen instant oplossingen” zegt Esther Mombo nogmaals, “er is geen echte verzoening zonder bereidheid om de tijd te nemen, te vertellen en te luisteren. In conflictsituaties worden mensen te snel geforceerd om hun pijnlijke verleden los te laten en elkaar te vergeven. We vinden het gênant om erover te praten, we zijn beschaamd, of we willen doorleven. Maar dit soort instant oplossingen brengt schade toe aan het slachtoffer en helpt de daders van geweld niet om te beseffen wat ze hebben gedaan. Vrede en verzoening gaat over het helen van herinneringen, dat is de psychologische kern. De woede over de pijn en ellende die zij hebben doorstaan moeten slachtoffers kunnen uitdrukken. Als de dader daar naar luistert en zijn verantwoordelijkheid accepteert – dan is dat het begin van het helen van de herinnering.”
Ze vertelt dat er geen echte vrede en geen verzoening is, als er niet ook gerechtigheid is. We hebben te accepteren en benoemen wat er niet goed is tussen ons, niet vanuit moralistisch oogpunt maar om tot doorleving te komen die tot verzoening leidt. Dat wat een kloof tussen ons heeft veroorzaakt, moet benoemd worden. “Dat begint al bij huiselijk geweld, dan kun je niet tegen de partners zeggen: laten we bidden en elkaar vergeven. Er moet benoemd worden en er moet verantwoording genomen worden voor wat er is gebeurd. Dat is pijnlijk maar bevrijdend. Als ik mijn pijn onder woorden kan brengen, kan ik mijzelf ervan bevrijden. Dan pas kan ik naar jou een hand in vrede uitsteken. Ik kan mijn hand niet uitsteken als ik er een mes in geklemd houd. Ik moet vrij zijn, jij moet mijn blote hand kunnen zien, de kwetsbaarheid ervan.”
Wat in het klein geldt, geldt ook in het groot, na etnische conflicten en oorlogen. “Alleen maar de wapens neerleggen, mooie woorden spreken en een som geld op de koop toe geven lost niets op, dat geneest niets. Het benoemen zorgt voor het helingsproces, en het helingsproces bereid voor op echte vrede. Beide partners in het proces moeten hard aan verzoening werken. We gaan de relatie aan en de vinden woorden voor wat er is gebeurd. Dat hebben we kunnen leren van de Vredes- en Waarheidscommissie in Zuid-Afrika. Wat pijnlijk is moet boven tafel komen. Rechtvaardigheid vertelt de waarheid en die is pijnlijk. Pas als de daders zich er verantwoordelijk voor weten, zich er eigenaar van maken, dan pas kun je echte vrede maken.”

genade in een verbrijzeld bestaan
Godsdiensten lijken soms vrede in de weg te staan, oorlogen worden in de naam van God uitgevochten. Esther Mombo noemt de kruisdood van Jezus het startpunt van verzoening. Door deze verschrikkelijke dood zijn wij in staat gesteld om ons met God te verzoenen. Ze schreef eerder over vrede en verzoening: “De symbolen van kruisdood en bloedvergieten maken het mogelijk om geweld, lijden en dood op een stevige manier te erkennen, terwijl ze tegelijk ook de middelen bieden om deze te overwinnen. Deze symbolen ontsnappen niet aan de confrontatie met geweld, en we raken ook niet hopeloos in geweld verstrikt. Ze bieden een voertuig om geweld te overwinnen en bereiden zo de basis van verzoening voor.” . En: “Verzoening begint bij het slachtoffer, er kan pas verzoening zijn, als het slachtoffer kan vergeven. De daders kunnen zichzelf niet vergeven. Geweld berooft zowel het slachtoffer als de dader van hun menselijkheid. In verzoening kan het slachtoffer zijn of haar eigen menselijkheid herontdekken door weer op een fundamenteel niveau te gaan vertrouwen.” Hier is het dat genade opwelt in het verbrijzelde leven van het slachtoffer, en dat is de basis waarop menselijkheid kan worden hersteld voor de daders van geweld. Vergeving moet iets in zich dragen van de onbegrensdheid van Gods genade om echte verzoening te kunnen bewerkstelligen.

notoire gelovigen
De afgevaardigden van het Platform Vrouwen & Duurzame Vrede waar Mombo zich in de training tot richt, zoeken een nieuw soort leiderschap om echte verzoening te bewerkstelligen. Hun religie kan hen daarbij ondersteunen, daarvoor is deze training op Kontakt der Kontinenten bedoeld. In haar toespraak voor de vrouwen zegt Esther Mombo daarover: “Vrouwen zijn notoire gelovigen. Dwars door alle onderdrukking en ontkenning in de kerken heen blijven vrouwen religieus. In Afrika hebben we nog steeds geloof in God, zelfs in de zeer pijnlijke context van patriarchaat en uitsluiting. Feit is dat we door die pijn heen moeten, en we hebben niet anders dan ons geloof in God, ons vertrouwen in God, om ons erdoor heen te helpen.”

“De waarheid van de religie komt in de kleren van de cultuur”, zegt Esther Mombo. “Van bevrijdingstheologie en zwarte theologie kunnen we leren dat ieder van ons komt met bagage. We leven allemaal vanuit een context. Met die bril kijken we naar de teksten en geven een gekleurde interpretatie.” Maar het is niet alleen onze eigen cultuur waarmee we de verhalen in de Bijbel lezen en interpreteren. De Bijbel bestaat uit verhalen, die over een periode van 1000 jaar zijn verteld en vooral door mannen zijn geschreven. “De geschiedenis van het Christendom laat een systeem zien van mannelijke heerschappij over alle aspecten van het leven. Dat noemen we het patriarchaat, de wet van de vader. Die ideologie gaat uit van het idee dat mannen superieur zijn aan vrouwen, dat vrouwen zwak zijn en afhankelijk zijn van mannen om te overleven. In deze context zijn de Bijbelse verhalen over bevrijding geschreven. “De Bijbel is een menselijke tekst, over het woord van God. In de Bijbel is waarheid te vinden, maar het komt in de kleding van de patriarchale cultuur. Hoe pijnlijk voor vrouwen sommige verhalen in de Bijbel ook zijn, we moeten erdoor heen lezen naar de waarheid die eronder ligt.”
In de patriarchale cultuur van de bijbel wordt mannelijke leiderschap als de enige echte vorm van leiderschap gezien. Dat is de onderliggende overtuiging die nog steeds werkzaam is. “In de Bijbel en in de kerkgeschiedenis zijn vrouwen leiderschapsrollen onthouden en hun stijlen van leiderschap zijn niet herkend. Voor vrouwen is leiderschap vervreemdend zolang het wordt gezien als autoriteit uitoefenen over een gemeenschap. Vrouwen zijn gesocialiseerd om angst te hebben voor macht. Vrouwen oefenen eerder leiderschap uit in gemeenschappen op basis van samenwerking en gelijkheid. In Bijbelse tijden was leiderschap door dominantie gewoon, en dat geldt tot op de dag van vandaag. Dat soort autoritaire leiderschap moeten we niet overnemen. Nieuwe leiderschapsstijlen in een patriarchale wereld ontwikkelen, waar geluisterd wordt en benoemd, waar samengewerkt wordt: daar ligt de uitdaging.”